Het maakt eigenlijk niet zo veel uit of je een gifslang tegenkomt in het Orderbos in Apeldoorn of langs de waterzijde van Lake Barrine in Australie, het scherpe samentrekkende gevoel in je maag dat je krijgt als jij je realiseert dat je een meter verwijderd bent van een dier dat jou kan doden, is zo ongeveer hetzelfde. Met het verschil natuurlijk dat een Nederlandse adder niet helemaal dezelfde bad-ass uitstraling heeft als een Australische red-bellied black, wiens eigenschappen omschreven worden als 'poisonous, strong venom, can kill but has a low fatality rate, a bite needs immediate medical attention'. Dus liet ik mijn stoffen boodschappentas van supermarkt Coles ("Bringing your own bag is a small step to help the planet!") strategisch zakken tussen de zwarte slang en mijn blote voeten en maakte ik voorzichtig een foto van het schichtige dier. Dat ging er vervolgens vandoor, maar niet van het pad af, slechts een klein stukje verder. Dus deed ik ook een paar stappen voorwaarts, verzamelde mijn moed en liep op zo'n dertig centimeter afstand voorbij de gifslang, vurig hopend dat ik geen prikkend gevoel in mijn enkels zou voelen. De walking track die Lake Barrine omzoomde was namelijk zes kilometer lang en ik was maar twee mensen tegengekomen onderweg. Een beet en ik was mogelijk een dead man walking, dacht ik op mijn gebruikelijke dramatische wijze. Maar het dier was angstiger dan ik, al vervolgde ik de rest van de wandeling op stampende wijze, omdat ik mij een stukje tekst uit een wildlifegids herinnerde dat je zonnende slangen van het pad kunt weren door ze te laten weten middels stevige voetstappen dat je nadert. Ik moest sowieso opschieten, want van de gids had ik maar drie kwartier gekregen om de zes kilometer af te leggen.
Ik was op een Rainforest and Waterfall tour die me zo'n 400 kilometer door de Atherton Tablelands zou brengen (zie reisplan rechtsbovenaan), onder de leiding van een gids met de naam Shaun, die gespecialiseerd leek in vreemde stemmetjes. Zo was het niet "On your right you can see the local locomotive", maar "On YURRR right. You can. SEEEE! The. LOCO! MO! TIFFFF!" Inclusief mijzelf en chauffeur Shaun zaten er acht mensen in het busje, waaronder een toeristisch stel uit Nieuw-Zeeland, een oerdegelijk koppel uit Arnhem, twee meisjes uit Texas en een verlegen grietje uit Parijs. "A bit of crumpet," dacht ik van dat laatste, maar ze was zo stilletjes dat ik het enthousiasme verloor om als een Pepe Le Pew om haar heen te huppelen. Dus richtte ik mijn aandacht op de vele triviale feitjes die Shaun via zijn malle stemmetjes tijdens de reis rondstrooide ("The highest pub in Queensland! The highest point in the Northern Territory! The best banana smoothies in Australia! Peter Andre made a video clip with these waterfalls as a background!") en vond ik de dag zeker de moeite waard.
Natuurlijk stootte ik mijn voet bij het betreden van de bus tegen een uitstekend stuk metaal, waardoor ik de dag fris bloedend begon. Ook het vermelden waard is dat er een televisieploeg uit Hong Kong toestemming vroeg aan ons om te filmen terwijl we op een bananenplantage zaten te snacken van de aldaar geoogste noten en bananen. "You will be on Hong Kong television," beloofde de producente mij, alsof China maar 1 zender had en en driekwart van de bevolking tijdens primetime ademloos geboeid zou gaan kijken naar een wildvreemde Nederlander die met uitgestreken gezicht een bananensmoothie op elegante wijze voor de camera probeerde weg te klokken. Maar goed, ik deed mijn ding, negeerde het rode lampje en was op mijn manier ongetwijfeld heel russelcrowerig. Met mijn ongeschoren hoofd, rieten hoed en Coles boodschappentas ("A small step to help the planet! I'm counting on you!").
De lunch werd genuttigd op een cattlefarm en voor de duidelijkheid; dat is een veeboerderij waar men koeien en geiten voor het vlees houdt. De zoon des huizes (een reusachtig jonk genaamd Sam) sloeg wat hompen vlees op de barbecue en begon driftig het spetterende vlees te bereiden. Ergens tussen al dat sissende braadgeweld viel ook nog een groenteburgertje te ontwaren, waar deze principiele vegetarier een kwartiertje later zijn tanden in mocht zetten. Toen we later ook nog te zien kregen waar en met welke instrumenten het vee voorzien werd van een brandstempel, voelde ik me - hoe zullen we het eens zeggen - niet geheel op mijn plaats. Maar eerlijk is eerlijk, de familie had een prachtig huis in the middle of nowhere, het vee had hectare na hectare aan ruimte en een leven (hoe kort ook) waar de gemiddelde Nederlandse koe alleen maar van kan dromen. Toch was ik (zoals zo vaak) blij dat ik een groenteburger had. Die me op een broodje met groente, kaas en ananas uitstekend smaakte. En ik durf te zweren dat een van de koeien me een knipoog gaf toen we weer wegreden. Maar dat had ook de dochter des huizes kunnen zijn. A bit of crumpet. Hm. Enfin, voor een verdere beschrijving van de reis moet je dus rechtsbovenaan zijn.
's Avonds was ik weer braaf aan het kokkerellen (een Veggie DeLight met extra rauwkost bij de Subway, vier straten verderop) en ging ik een uur in mijn bubbelbad liggen weken om de zonnebrand, muggenspray, vuil en zweet van mijn reisvermoeide lichaam af te krijgen. Een tip daarbij: doe het bubbelbad niet aan als de luchtopeningen half onder water staan en je het douchegordijn niet hebt gesloten. Die arme schoonmaakster zal er vandaag veel werk aan hebben gehad ;)
Vandaag (dinsdag) ben ik bezig met deel drie van de reis (het vrijwilligerswerk was 1, Port Douglas was 2); de driedaagse Uluru-tour, vertrekkend vanuit Alice Springs. Daarvoor liep ik vanmorgen eerst langs de zee naar het centrum, om bij het Quantas-kantoor de vlucht te bevestigen en om ervoor te zorgen dat ik bij al mijn overige vluchten genoteerd sta als vegetarier. Dat was de instelling bij wie ik het vrijwilligerswerk heb geregeld namelijk vergeten voor de heenreis, waardoor de flight attendants hun inventiviteit moesten gebruiken om mij alsnog iets vleesloos voor te zetten gedurende de drie vluchten. Het zit niet in mijn aard te klagen over het stokbroodje met kaas dat ik kreeg terwijl de andere passagiers een warme maaltijd kregen, maar gezien de prijs die je neertikt voor zo'n vliegreis is het misschien nog een opmerking na thuiskomst waard. Aan de andere kant, ik ga dit stukje ook mailen naar de betreffende instelling, dus Bart; ik had toch echt doorgegeven vegetarier te zijn.
Anyhoe, voor de terugreis is het geregeld en ook de taxi die mij morgen naar het vliegveld brengt is inmiddels op de hoogte gebracht. De drie dagen durende tour is ook bevestigd ("No, thanks. I have my own sleeping bag.") en de was draait jolig rondjes in het gastenwashok. Hotel in Alice Springs? Check. Nog genoeg eten in de koelkast voor vanavond? Check. Klaar om het binnenland van Australie te verkennen plus een bezoek aan de Royal Flying Doctors op het programma? Check. Victor-Charlie-Charlie, this is Mike-Sierra-Foxtrot. Over and out.