Op het moment van schrijven zit ik ergens op het vliegveld van Sydney, bij een koffiezaakje, met het boek Cold Mountain en een mangosmoothie voor mijn neus. Omdat ik zeven uur (...) mocht/mag wachten op het vliegveld, heb ik de trein gepakt en ben ik Sydney ingegaan. In het centrum koffie gedronken, een lange wandeling in de haven gemaakt en uiteraard de verplichte foto van het Opera House getrokken. Nu heb ik nog zo'n drie uur te gaan en dan vertrekt mijn vlucht naar Londen. En dan zit mijn reis er wel zo'n beetje op. Klaar.
Ik heb niet veel geschreven over de negendaagse kampeertrip rond Alice Springs en vervolgens omhoog naar Darwin en Kakadu National Park, maar dat is eigenlijk ook onmogelijk. Je maakt elke dag zoveel mee dat je het nooit allemaal op 'papier' krijgt. Urenlange busritten waarbij je niets anders kunt doen dan praten met de andere reizigers (dan allang geen vreemden meer, integendeel), muziek luisteren of knikkebollen. Ik heb nog nooit zovaak als een zombie in de bus zitten staren. Stoppen deden we bij cattle stations of kampeerboerderijen en zodoende heb ik ook tientallen outback toilets uitgeprobeerd. Heel bijzonder.
Maar we hebben ook heel veel gewandeld door prachtige natuur, geklommen, gekookt en - ieders favoriet - veel gezwommen in de natuur. Twee keer in natuurlijke warmwaterbronnen (waarvan eentje met vrij ongevaarlijke krokodillen) en heel vaak in meren, rivieren en onder watervallen door. Waar vissen langs je benen zwommen en waar ook wel eens de gevaarlijke krokodillen gesignaleerd werden. Een prettige gedachte als je in een tien meter diepe rivier zwom met de afmetingen van een voetbalveld ("Wat zwemt daar in het struikgewas?"). Maar echt gevaarlijk zal het niet geweest zijn, want de gids hield alles goed in de gaten. Al hoorde je ook wel eens van dom gedrag van reizigers, die dat met hun leven moesten bekopen. Of las je dat overal op dikgedrukte, felgekleurde borden. Desalniettemin sprongen we ook van rotsen en zwommen we onder water door gaten in de rotsen.
Het leuke van de negendaagse trip was dat elke dag van begin tot eind gevuld was. Elke dag rond half zes uit de slaapzak en tent, ontbijten en de bus in. Allerlei wandelingen, culturele bezoeken, plaspauzes, barbecues, zwemuurtjes enzovoorts verder en dan kwamen we bij het volgende kamp aan. Inmiddels was het dan donker en moest je met een zaklamp je slaapzakje uitrollen in de tent en op zoek gaan naar je tandenborstel. Vervolgens gezamenlijk koken, eten en afwassen en dan slapen.
Natuurlijk maak je veel vrienden tijdens zulke dagen. Duitsers, Australiërs, Zwitsers, Nederlanders, Koreanen en dat was het geloof ik. We hebben in Darwin aan de oceaan gegeten en zagen dolfijnen voorbijkomen, we zagen krokodillen langs de rivieren liggen, grote spinnen in de woestijn, wilde paarden, wilde kamelen, zwijnen, dingo's, kangaroes, walibi's, tropische vogels en ga zo nog maar even door. Gisterenavond nam ik afscheid en belazerde ik een hostel door met twee duitsers mee naar binnen te lopen en er uitgebreid te douchen zonder te betalen, hehehe. Ach. Ik kwam in ieder geval fris aan op het vliegveld. En die frisheid heb ik nog steeds behouden! Not.
Het leukste van de reis vind ik denk ik het zwemmen. Snorkelen, in rivieren, in de warmwaterbronnen. Heel bijzonder, zo in de natuur. Het wandelen was ook goed, al heb ik ergens bij de Devil's Marbles een teennagel verloren ("maar een ervaring teruggekregen").
Ik zal bij het publiceren van de foto's nog wel meer vertellen (ik ben ongetwijfeld veel dingen vergeten), maar voor nu ga ik me mentaal voorbereiden op de terugweg. En op de dubbele espresso die zich plots voor mijn neus gematerialiseerd heeft. Voor de laatste keer in verhaalvorm uit Australië; g'day, mates! En ja, het is echt waar, dat hoor je hier zo'n driehonderd keer per dag.
-- Frank